Blog

Dat de wereld zo veranderd is en hoe dat voelt voor ons…

Lange tijd bleef het hier stil.

Even lange tijd gaat het ook niet zo heel erg goed met mij.

Daar zijn heel wat redenen voor, maar hier ga ik liever niet dieper op in. Wat ik wel kan delen, is dat we slecht nieuws kregen over Ellie haar gezondheid te midden van de eerste lockdown. Nieuws dat we dus volledig op ons eentje moesten verwerken en een plekje proberen te geven zonder onze geliefden dichtbij ons. Iets wat ons tot op vandaag nog steeds niet echt gelukt is.

Ik kan er nog steeds niet echt over praten zonder spontaan in tranen uit te barsten of me verdrietig te voelen. Maak me constant zorgen over mijn dochter en de toekomst die haar mogelijk te wachten kan staan. Zit heel hard te vechten om overeind te blijven en niet volledig in te storten. Iets wat maar met veel moeite lukt momenteel. Ups en downs volgen elkaar constant op wat heel veel energie van mij vraagt.

En dan is er nog corona.

Een virus dat momenteel iedereen zijn leven beheerst. Dat ondanks de vele inspanningen van veel mensen nog steeds niet onder controle is geraakt.

Het afgelopen jaar was op heel wat vlakken hels voor ons. En dat verdomde virus maakt het enkel en alleen maar nog eens zoveel moeilijker voor ons. Om te verwerken, om rust en stabiliteit te vinden, om te helen, om opnieuw te leren genieten van de goede en mooie momenten en de zorgen even te proberen vergeten.

We bijten door, omdat we gedurende de afgelopen vijf jaar geleerd hebben hoe dat moet. Maar ik verlang er steeds meer naar om ons normale leven terug te krijgen.

Jarenlang gingen we ziekenhuis binnen en buiten, keer op keer, werd het een belangrijk deel van ons leven. Een gewoonte bijna. En ook toen onze dochter geboren werd, bleek al snel dat we dat ziekenhuisleven niet snel kwijt zouden raken. En sinds het virus uitgebroken is, is dat gevoel alleen nog maar verergerd. Want als je nog maar één voet buiten zet, ben je al geconfronteerd met steriele ziekenhuismaskers, ontsmettingsmiddelen, de geur van het ziekenhuis. Overal. In de horeca, in winkels, in parken. Nergens vind je nog echte ontspanning. Overal regels en wetten en verplichtingen. Niet meer gewoon genieten van het leven. Overal bang zijn om dat virus zelf op te rapen of zelf door te geven. Bange mensen rondom je die even bang zijn het virus te krijgen of door te geven aan hun eigen geliefden.

Tot rust komen, het zit er gewoon niet meer in. Niet voor ons, maar ook niet voor alle andere mensen rondom ons. Vriendschappen en familiebanden gaan alsmaar meer verloren, treurige of gefrustreerde gezichten, geen vrolijkheid meer op straat, bedrijven die failliet zullen draaien, geen leuke evenementen of feestjes meer om naar uit te kijken.

En dan sta ik nog niet stil bij hoe mijn dochter in deze nieuwe wereld op zal moeten groeien. Hoe ze mensen met een masker steeds meer de normaalste zaak van de wereld begint te vinden. Geen emoties meer kan aflezen bij mensen. Geen knuffels van familie of vrienden. Familie en vrienden dat voor haar als vreemden aan voelen, terwijl het dat zeker nooit had mogen zijn. Tijdens vervelende onderzoeken niet zowel papa als mama naast haar zijde mogen hebben als troost. Ik kan blijven doorgaan als ik wil, maar het maakt me verdrietig. Verdrietig dat na alles wat zij en ook wij op persoonlijk vlak al door moesten maken, ze nu ook dat stomme virus er nog bij moet nemen.

Ze is pas 1 jaar. Zo klein, zo onschuldig, zo lief, zo mooi. Maar wat is de wereld nu al hard voor haar. Voor ons. En niemand kan ons voorspellen wanneer net diezelfde wereld weer liefdevol en zacht zal worden. Met lachende gezichten. Met knuffels op het juiste moment of wanneer die nodig zijn. Met een grote kring van mensen om haar heen die net als ons haar tranen mee op zullen vangen en haar mee zullen helpen vooruit te raken in deze wereld.

Ik kan alleen maar hopen dat die dag ooit voor haar zal komen. En we dan met zijn allen samen opnieuw de rust en stabiliteit zullen vinden om te helen en echt te beginnen verwerken wat ons allemaal is overkomen de afgelopen jaren.

Voor nu trekken we ons op aan de vele mooie momenten dat we gelukkig ook al hebben mogen mee maken in het afgelopen jaar. De vele mijlpalen en eerste keren dat ze al mee mocht maken. Haar doopfeest, haar eerste verjaardag, eerste pasen. Alle dingen die ze voor de eerste keer kan, zoals sluipen en haar optrekken of haar eerste woordje of haar eerste keer in de handjes klappen en zwaaien. Hoe ze ondanks alles groeit en bloeit en ons zo gelukkig maakt.

Onze grootste rijkdom en mooiste lichtpuntje.

Dat het soms best een pittige weg is als mama.

Zes maanden.

Onze lieve, mooie dochter is intussen bijna zes maanden jong. Het voelt soms nog steeds zo onwerkelijk en ik vraag nog steeds vaak aan mijn vriend of hij even in mijn armen kan nijpen, zodat ik zeker ben dat het echt waar is dat onze droom uitkwam.

Het waren zes vreemde, spannende maanden voor ons. Een rollercoaster van jewelste is het al geweest.

Op veertien oktober werd ik om exact 18u02 in een nieuwe rol gegooid. De moederrol. Ik wist dat het een uitdaging zou zijn, dat het wel pittig en nieuw en bevreemdend zou zijn. Maar het was nog veel meer dan dat. Ik kan het nog steeds niet goed omschrijven wat het moederschap allemaal met me doet als mens, maar ik weet wel dat ik dingen doe waartoe ik mezelf nooit eerder tot in staat had gezien.

Ik kon lang niet schrijven hier. Niet omdat ik het niet wilde, maar omdat ik het gewoonweg niet kon. Onze start was moeilijk en hard. De eerste drie maanden was ik door het constante huilen van onze dochter zowel emotioneel als fysiek uitgeput. Anders valt het niet te verwoorden. Plots leerde ik nieuwe kanten van mezelf kennen. Enerzijds was ik de gelukkigste mama ooit en anderzijds was ik volledig het noorden kwijtgeraakt onderweg. Ik wist totaal niet meer of ik nog wel goed bezig was als mama, als partner, als mens in zijn geheel. Het voelde als ploeteren en overleven, jezelf doorheen de dag vechten. Als ik heelhuids het einde van een dag haalde, dan was ik opgelucht. Als ik het einde van de nacht met urenlang gehuil haalde, dan was ik even opgelucht. Zoveel keren was ik de moed kwijt, zat ik samen met onze dochter stilletjes in een hoekje van het huis te huilen. Alleen. Met haar. Tot mijn vriend thuiskwam en haar van me over kon nemen voor eventjes. Elke dag weer opnieuw. En intussen bleven we maar zoeken wat er scheelde, wat we anders konden doen. Het was proberen. Vallen en opstaan en weer vallen en weer opstaan. En niet opgeven.

De hamerslag kwam er toen we verontrustend nieuws kregen in januari over haar gezondheid. Ik stortte in. Fysiek en mentaal was ik nu helemaal uitgeput. Gecrasht. Toen en dan besloot ik mezelf langzaam weer samen te rapen en niet op te geven. Te blijven vechten voor ons en haar geluk. Ze verdient een sterke mama die er honderd procent voor haar is. Maar er hoeft nu echt niets extra meer bij te komen op ons pad. Het is stilletjes aan genoeg geweest nu. Misschien heeft onze dochter een hele nare ziekte, maar misschien ook niet. We kunnen niet anders dan de resultaten van de onderzoeken afwachten momenteel en op het beste hopen.

Langzaam kroop ik weer recht en nu voel ik me weer wat sterker, wat beter, wat krachtiger. Maar er is nog steeds een lange weg af te leggen en veel zal afhangen van hoe de komende maanden nog zullen verlopen. Maar ik geef en gun mezelf de tijd die nodig is om binnenin opnieuw te herstellen. Er zullen nog heel veel tranen vloeien, dat weet ik nu al. Maar ik besef en weet ook dat het er gewoon bij hoort.

Maar zij doet het intussen zo goed. Ze herkent ons, ze lacht, ze maakt de leukste geluidjes. Ze grijpt, ze brabbelt, ze leert stilletjes aan zitten. Ze houdt van haar mobiel en praat er soms een uur lang tegen in haar eigen babytaaltje. Zelfs haar eerste tandjes zijn intussen aanwezig en ze heeft de schattigste bolle kaakjes. Haar slapen is zoveel verbeterd in vergelijking met enkele weken geleden. Steeds meer wordt dat kleine baby’tje een klein mensje met een eigen wil en karakter. Een karakter dat nog steeds pittig is. Tieren en huilen kan ze nog altijd als de beste, maar we zijn lang niet meer in het sukkelstraatje als de eerste weken en maanden. En dat op zich is nu een welgekomen verademing. Langzaam leren we van haar genieten op een normale, gezonde manier. Mijn tranen drogen alsmaar meer op. Elke nieuwe stap vooruit van haar geeft mij opnieuw kracht.

Zij is het licht in mijn leven, de reden om rechtop te blijven. Zonder haar zou ik verloren zijn. Dat weten en beseffen we beiden.

Zij geeft mij de energie en de moed om niet op te geven en altijd voor haar te blijven vechten. Maar dat het een moeilijke en pittige rol is, dat mama zijn, dat zal ik nooit meer ontkennen. De verantwoordelijkheid dat je voor dat kleine, breekbare mensje voelt is enorm. En de twijfels of je het wel goed doet, maken je zo onzeker. En ook al zegt iedereen dat je het wel goed doet, toch blijf je twijfelen over jezelf en je mama zijn. Maar ook dat vraagt tijd om te groeien, ooit zal ik het zelf hopelijk ook beseffen.

En misschien komt dat moment pas op de dag dat zij zal zeggen dat ze van me houdt en dat we de liefste mama en papa zijn.

Maar dat zien we dan wel weer.

Eerst verdient zij alle liefde die we haar kunnen geven. Een dag met een keer. Want de tijd zelf? Die gaat veel te snel.

 

 

 

 

Een terugblik op 2019 en hoe de eerste weken met onze dochter zijn verlopen…

2019.

Het was een bijzonder jaar. Een jaar van pieken en dalen. Een echte rollercoaster. Een jaar dat voor altijd onvergetelijk zal zijn.

Het begon met een dal. Verdrietig waren we. Het lukte maar niet om zwanger te raken en blijven. Het allerlaatste embryootje van IVF 1 lag in een koude vriezer op ons te wachten. Ik had er zo weinig hoop in. Ik dacht dat een klein, lief babytje ons nooit gegund zou worden. Maar wat was ik verkeerd.

Op 29 januari kwam Ellie mijn buikje binnen. Ik koesterde haar toen al en stuurde alle positieve energie die ik nog over had naar haar toe. Ze besloot te vechten om geboren te mogen worden negen maanden later en kwam na een angstige zwangerschap met veel pieken en dalen eindelijk gezond en wel ter wereld op 14 oktober.

De laatste tijd was het hier echter heel stil.

Dat had eveneens zijn redenen. De start met ons kleine meisje was pittig. Heel erg pittig. Bijna was ons het allerergste overkomen wat een ouder kan overkomen. Bijna waren we haar kort na de geboorte verloren. Ik had tijd nodig om wat er gebeurde een plek te geven en het te verwerken voor ik het hier kon vertellen. Want wat we toen voelden, willen we nooit meer mee moeten maken. Ook de weken erna waren heel erg zwaar en pas nu kunnen we zeggen dat we eindelijk wat mentale rust terug beginnen te krijgen in ons leven. Zowel zij als wij.

Ellie huilde.

Niet een klein beetje, maar heel erg veel. Meer dan een normale, pasgeboren baby doet. Al in het moederhuis was dat zo en het nam alsmaar meer en grotere proporties aan. Ze gaf over. Niet een klein beetje, maar vaak. Heel vaak en alsmaar heviger. In de eerste twaalf dagen na haar geboorte vertelden we onze zorgen aan maar liefst drie artsen. Allen wuifden ze ons weg. Het was “normaal”. Een baby geeft over en een baby huilt. Maar mijn moedergevoel wist toen al dat het allemaal niet klopte.

26 oktober breekt aan. Ellie is dan net twaalf dagen oud. Buiten is het donker en koud en ze heeft er al een moeilijke dag op zitten met overgeven en heel veel huilen. Ook ik huil veel die dag. Vermoeidheid en de kraamtranen spelen al een hele tijd op. Het vele nachtelijke huilen zorgt ervoor dat ik niet uitgerust raak van de zware bevalling. Ik geef haar s’avonds laat haar flesje en mijn lieve vriend houdt haar even recht na de voeding, zodat ik even naar het toilet kan.

Dan hoor ik hem plots in paniek roepen.

“Ze stikt! Ze heeft overgegeven en is aan het stikken!!!”

In volle paniek spring ik van het toilet recht en ren ik naar hen toe. Haar kleine oogjes puilen uit, haar gezichtje loopt blauw aan en haar tongetje steekt ze wanhopig uit om naar adem te happen wat haar niet lukt. De paniek overmeestert me nu compleet. Onze dochter is aan het sterven in onze armen. Het is een gevoel dat niet te omschrijven valt, nog altijd niet. Maar het is iets wat ik nooit of te nimmer nog wil voelen. Hij krijgt de reflex om haar ondersteboven te houden, de voeding loopt uit haar neusje en mondje. Ik neem haar over en roep hem toe om de ambulance te bellen,

In paniek gil ik intussen tegen mijn weerloze dochter dat ze niet mag sterven. Niet nu. Niet na alles wat we voor haar hadden moeten doen om ze te mogen krijgen. Keer op keer opnieuw. Tot de mug en ambulance toekomen en het van ons overnemen. Je ziet hoe ze haar zuurstof geven en aspireren. Je kleine, lieve meisje dat nog zo klein is en al zo’n ingrijpende gebeurtenis moet ondergaan. Onze harten hebben die avond gebloed en bloeden nog steeds als we aan dat moment terug denken.

Maar ons meisje is een vechter, dat was ze al van op de dag dat ze in het labo “gemaakt” werd. En dat bewijst ze ook nu opnieuw. Zonder kleerscheuren en dankzij de snelle hulp van de spoedarts raakt ze er door. Maar na een ziekenhuisopname van een week, blijken de problemen allesbehalve opgelost. Het lange, nachtelijke krijsen en huilen blijft duren. Onze dochter lijdt enorme pijn, maar niemand lijkt ons serieus te nemen.

Nacht na nacht. Dag na dag. Ze huilde niet voor een uurtje, maar voor uren en uren en uren na elkaar. Ze had dagen waarop ze tien uur aan een stuk huilde. Van 16u in de avond tot 6u in de vroege ochtend. Niet gewoon huilen. Het was tieren, krijsen, brullen. Haar tutje boos wegslaan. Maaien met haar armen en zich constant achterover gooien om de pijn weg te proberen krijgen.

We voelden ons verloren tijdens die lange dagen en nachten zonder slaap of rust. Wanhopig. Moedeloos. Het leek alsof er nooit een einde aan die lange, uitzichtloze tunnel zou komen. Zoveel tips en adviezen kregen we, zoveel hebben we er geprobeerd. Maar niks hielp, helemaal niks. Onze dochter bleef pijn lijden en ongelukkig zijn. Zo vaak vroegen we ons af of we dan niet gewoon een verschrikkelijke slechte mama en papa waren, omdat ze maar niet te troosten was. We kregen beide alsmaar meer donkere gedachten door het acute slaaptekort en de onmacht, maar bijna niemand hielp ons om overeind te blijven tijdens die zware weken of stelde voor om haar heel even van ons over te nemen, zodat wij even tot rust konden komen. Dan pas leer je wat eenzaamheid is en hoe verschrikkelijk dat echt voelt.

Maar we gaven niet op en vochten voor onze dochter en begonnen te zoeken. Naar een arts die ons wel serieus zou nemen. Alles haalde ik uit de kast. Ik maakte filmpjes. En dat was onze redding. Plots hadden we een arts die ons serieus nam. Die ons direct zei dat ze zo goed als zeker was dat onze dochter aan zware reflux leed. Iets wat ik alle andere artsen al weken zelf had toegeroepen. Die haar opnam en onderzocht en die ons eindelijk een deel van het antwoord wist te bieden. Reflux in een zware vorm. Het huilen bleef aanhouden ondanks haar medicijnen voor de reflux en dus bleef de arts met ons mee zoeken. Dit was niet meer normaal. Een zware buikgriep bleek mee de boosdoener. Maar zelfs met het virus huilde ze nog steeds veel vaker dan normaal was. En dus bleef ze mee zoeken en sleutelen aan haar voeding en medicatie.

Koemelkeiwitallergie was de volgende diagnose. En nu, nu pas, kunnen we eindelijk genieten van onze dochter. Zien we ons meisje lachen en gelukkig zijn. Begint ze stilletjes aan te spelen. Reageert ze op ons met een lach en niet meer enkel met een traan. Er zijn nog steeds moeilijke momenten en ze huilt nog steeds regelmatig, maar het is in niets meer te vergelijken met enkele weken geleden. Het is geen uren en uren aan een stuk meer.

Onze hele donkere, eenzame wolk klaart langzaam terug op en krijgt alsmaar vaker dat mooie roze kleurtje, waar we zo lang op gewacht hadden.

Voor alle zekerheid gaan we nog naar het UZ Gent. Ze heeft nog steeds veel ongemakken door de hik en problemen met het middenrif. Zowel de arts als wijzelf willen zeker zijn dat we niks missen. Maar daarna hopen we dat we eindelijk zullen kunnen beginnen genieten. Want daar was ontzettend weinig ruimte de afgelopen weken.

2019. Een hels jaar, maar de geboorte van onze mooie en lieve dochter maakt alles goed. Het allermooiste wat ons ooit is mogen overkomen. Op naar 2020 met hopelijk alleen maar pieken en geen dalen meer.

Genieten, dat is het enige wat wij nog willen doen!

 

Na al die moeilijke, lange jaren is ze er eindelijk! Ons grootste wondertje!

Ze is er!

Na vier lange, moeilijke jaren is ze er eindelijk. Onze regenboog na de storm. Onze allergrootste liefde. Het liefste en mooiste kindje ter wereld, want dat zeggen alle mama’s en papa’s nu éénmaal van hun eigen kindje. Negen dagen geleden kwam ze op 14 oktober om 18u02 eindelijk ter wereld. Perfect in alle opzichten, met al haar teentjes en vingertjes. En haar bolle, blozende wangetjes. En mooie, donkere oogjes. Haar mooie, donkere haartjes. Een klein mirakelmeisje.

De bevalling was zwaar, heel zwaar. Mijn lichaam begon het moeilijk te krijgen met de zwangerschap. Mijn bloeddruk was wat instabieler dan voorheen en ook in mijn urine begonnen zich een beetje eiwitten te vormen. De arts wilde na ons zwaar parcours liever niet al te veel risico nemen en vond over tijd gaan niet de beste optie. Dus stelde ze een geplande inleiding voor. Ik was zelf intussen zo ontzettend moe, zowel emotioneel als fysiek dat we akkoord gingen. Het was goed geweest, onze kleine meid mocht komen. We waren klaar voor haar.

Met een bang hartje stapten we op zondagavond het ziekenhuis binnen. We werden geïnstalleerd in de verloskamer. De opening was nog minimaal en ons meisje zat nog heel hoog in de baarmoeder. Het was niet duidelijk of ze er op de normale manier zou kunnen komen, maar we gingen het proberen. De eerste medicijnen om de bevalling op te wekken werden gegeven en ik kreeg al snel een epidurale verdoving. Voor mijn fibromyalgie was dat de beste oplossing. Pijnvrij gingen we de donkere, lange nacht in. Ik sliep niet en zag elk uur op de klok passeren. Ik lag niet gemakkelijk, was onrustig, wist niet wat er op ons af zou komen. De medicijnen deden ook maar heel traag hun werk en ook dat hielp niet voor de onrust die zich stilaan meer en meer begon te vormen in mijn hoofd. Onze dochter bleef heel hoog zitten en ook de ontsluiting vorderde maar heel langzaam. Mijn water werd tegen de ochtend gebroken, maar ook dat hielp niet veel. Uren passeerden voor ik nog eens een centimeter opening bij kreeg. Ik raakte gefrustreerd en was steeds meer op aan het raken fysiek. De dokter, assistente en vroedvrouwen kwamen heel frequent voelen. Een nieuwe ervaring was dat, al die handen elk om beurt voelen krioelen in mijn vagina. Ze moesten weten of er al verschil was of eigenlijk nog niet. Het was twijfelachtig. Ik begon intussen ook enorm veel pijn te krijgen, omdat ook de epidurale zijn werk uiteindelijk niet meer deed. Alle trucjes werden bovengehaald om nog te proberen de bevalling sneller op gang te trekken, niets hielp.

Om half vijf kwam de arts binnen. Na twintig lange uren van arbeid, niet slapen en veel pijn gaf ze ons de keuze. Of we probeerden het nog een uurtje langer af te wachten zonder de garantie dat het sneller zou gaan of we namen de beslissing om tot een spoedkeizersnede over te gaan. De keuze zelf maken was moeilijk voor mij, ik dacht niet meer helder door de intussen hele felle pijn. Maar uiteindelijk gaf ik mijn toestemming voor de keizersnede. Ik kon niet meer, was fysiek op.

Plots ging het heel snel. De verloskamer vulde zich met mensen die overal aan mijn lichaam zaten te sjorren en trekken. Me klaar aan het maken voor de operatie. Mijn vriend kreeg papieren onder zijn neus die hij veel te snel in moest vullen, waardoor ook hij nerveus begon te worden. Snel werd ik naar de operatiekamer gebracht, alles gebeurde als in een waas. Intussen hield ik het nog amper uit van de pijn en spanning rond de nakende keizersnede. Een nieuwe epidurale steken bleek ook minder gemakkelijk te verlopen dan ze hadden gedacht. Doemgedachten stroomden mijn hoofd binnen. Wat als ze fout zouden prikken? Wat als ik dan verlamd zou zijn? Ik was er helemaal alleen zonder hem, mijn grote steun. Het was enorm beangstigend, maar uiteindelijk lukte het. Mijn vriend werd eindelijk terug bij mij gebracht en de rust keerde een beetje weer. Klappertandend van de kou lag ik te wachten terwijl ze mijn buik open sneden. Ik zag niets, maar hoorde de artsen praten.

En toen. Toen hoorde ik haar eindelijk. Haar eerste gehuil. Haar eerste kreetjes. De tranen prikten in mijn ogen, ze was oké, ze huilde. Ik hoorde de arts zeggen dat het een kloeke baby was en ze zeer benieuwd was naar haar gewichtje. Ik zag al scenario’s voor me dat ik een baby van zes kilo op de wereld had gezet. En toen toonde ze haar aan mij van over het blauwe operatiedoek. Haar mooie, donkere oogjes koekeloerden rustig naar mij. Haar haartjes plakten in natte krulletjes tegen haar hoofdje. Ze was kloek, maar gelukkig ook geen reus. Ze namen haar en mijn vriend mee voor de eerste onderzoeken. Na wat een eeuwigheid leek te duren brachten ze haar eindelijk bij mij. Onze eerste momenten samen met ons drie. Ondanks alle pijn, had ik maar één blik nodig op haar lieve gezichtje om opnieuw te weten waarom ik het allemaal had gedaan. Ik zou nooit nog een grotere liefde kunnen voelen voor iemand als de liefde die ik op dat moment voor haar en hem voelde. We waren compleet, eindelijk. Na al die jaren van vechten en door bijten was de cirkel rond.

Hij moest mee met onze dochter en dat was hard. Want wat wou ik graag bij hen zijn, maar dat mocht nog niet. Mijn wonde moest genaaid worden en onze dochter moest verwarmd worden, zodat ze niet af zou koelen in de koude operatiezaal. Na een poosje op de recovery werd ik eindelijk richting ons kleine gezinnetje gebracht. De kamer binnen komen was een emotioneel moment. Ik was oké, zij was oké en hij was oké.

De liefde voor haar overspoelde ons. We konden niet gelukkiger zijn. Net als alle mensen om ons heen die zo met ons hadden meegeleefd de afgelopen jaren. Veel tranen vloeiden.

En nu is ze intussen al negen dagen bij ons. De voorbije week was erg pittig voor mij, met vooral nog heel veel last van de keizersnede en oververmoeidheid door het weinige slapen. Maar het is ons allemaal zoveel waard. Een blik op haar en we weten waarom we nooit hebben opgegeven. Waarom we zijn blijven vechten. Waarom we haar wilden.

Maar ook de kraamtranen zijn aanwezig. Ze sluimerden al langer, maar komen er nu volop uit. We beseffen nu pas ten volle dat we ook drie kindjes verloren onderweg. We vragen ons af hoe zij zouden zijn geweest. Of ze op haar hadden geleken. Dus ondanks dat we ontzettend gelukkig zijn met onze kleine meid, is er nu ook nood aan verwerking. Tot rust komen en alle gevoelens van de afgelopen jaren een plekje geven. Op ons eigen tempo. De tranen lossen die er al veel te lang opgekropt hadden gezeten. Het hoort er allemaal bij.

We genieten van haar, nemen foto’s, knuffelen haar. Ze is perfect in elke zin van het woord. Samen met ons drie proberen we in ons coconnetje haar alle liefde te geven die ze verdient.

Haar naam is Ellie. Ons grootste wonder.

Dat ik nogal vaak de vraag krijg de laatste tijd of ik graag zwanger ben en wat ik daar bij denk en voel.

‘Ben je graag zwanger? Ik was dat zo graag!’

Nogal regelmatig krijg ik deze vraag voorgeschoteld de laatste tijd. Mensen zien mijn intussen heel erg dikke buik en gaan er om de één of andere reden automatisch van uit dat ik ook graag zwanger ben en de ganse gebeurtenis ook heel erg spannend vind. Maar helaas moet ik hen telkens weer teleurstellen.

Hoe dankbaar ik ook ben voor het wondermeisje in mijn buik en hoe graag ik haar ook zie, de realiteit is dat ik eigenlijk niet graag zwanger ben en er daardoor ook niet zo hard van kan genieten als de meeste andere vrouwen.

Fysiek kan ik al bij al nog steeds niet klagen, hoewel die figuurlijk laatste loodjes ook hier wel extra door beginnen te wegen nu. De laatste tijd hoopt zich langs alle kanten vocht op en dat brengt wel wat ongemakken met zich mee dat zich uit in pijnlijke handen en voeten. De reden ook dat ik nu van die heel erg sexy steunkousen moet dragen. Ook de nachten zijn steeds lastiger door de pijn in mijn heupen en handen en het niet meer gemakkelijk liggen. Een gevolg van mijn fibromyalgie dat niet de nodig aandacht en behandeling krijgt momenteel. En de buik? Wel ja, die groeit momenteel exponentieel en zit nu en dan wel eens letterlijk in de weg. Hurken of bukken is een uitdaging, het huis kuisen of mijn kousen en kleren aan trekken een nog grotere uitdaging. Maar ik neem het allemaal voor lief, want ik weet dat al deze pijn en het ongemak niet op kan tegen wat het mij uiteindelijk zal opleveren. Het voor ons mooiste kindje ter wereld. Dus bijten we moedig door en klagen we niet. Of toch niet te snel, want heel af en toe is het ook eens toegelaten om eens te vloeken.

Emotioneel is het echter nog steeds een ander verhaal. Hoewel ik al een stuk rustiger ben dan tijdens het begin van onze zwangerschap, heb ik nog steeds een enorme angst om dit kleine, lieve meisje alsnog te verliezen.

Dat uit zich op heel veel vlakken. De baby enkele uren niet voelen, doet hier alle alarmbellen keihard afgaan in mijn hoofd. Terwijl je weet dat ook deze baby haar slaap nodig heeft en dus ook gewoon af en toe eens daardoor rustig is. Maar je denkt na alle ellende niet meer helder na en dus is dat al genoeg om de nodige paniekaanvallen te veroorzaken. Bijgevolg zit ik heel vaak overdag en s’nachts te porren en te duwen op mijn buik om reactie te krijgen, tegen mijn zin cola te drinken of mijn buik grondig te bekijken of ik iets van beweging kan spotten. Gelukkig heb ik een ontzettend begripvolle gynaecologe die me wekelijks laat komen voor de monitor, gewoon om mij geruster te kunnen stellen. Die me ook tijdens echo’s gerust weet te stellen door vaak te zeggen dat onze baby in topvorm is. Intussen weet ik ook hoe ik dat kleine meisje in mijn buik wakker kan maken en weet ik ook hoe ik me bewust kan leren zijn van haar bewegingen. Dat brengt toch al een klein beetje meer rust in mijn leven.

Hoe meer de bevalling nadert, hoe angstiger ik hier ook voor aan het worden ben. Tijdens de donkere en stille nachten dwalen mijn gedachten regelmatig af naar alle mogelijke doemscenario’s die zich af kunnen spelen tijdens de bevalling. Ik zal ze niet uit de doeken doen, maar gezellig zijn ze niet altijd. Spannend vind ik het bevallingsgebeuren dus niet, eerder beangstigend en schrikwekkend. Tegelijk ben ik nog steeds enorm bang dat mijn lichaam mij alsnog plots in de steek zal laten.

De angst dat ik geen goede mama zal zijn of het allemaal niet zal kunnen, speelt ook vaak door mijn hoofd. Zomaar, zonder enige reden. Je bent gewoon bang voor alles wat nog komt en je weet niet wat je mag verwachten van het ganse gebeuren. Dat brengt vaak onzekerheid met zich mee, maar gelukkig heb ik een goed netwerk rond me die me hier doorheen helpen. Mijn psycholoog en vroedvrouw ben ik alvast voor eeuwig dankbaar om mij door deze zwangerschap heen te sleuren.

Dit alles zorgt er voor dat ik niet graag zwanger ben. En dus ook ontzettend blij zal zijn als ons kleine meisje veilig ter wereld is gekomen en ik deze ganse zwangerschap met een positieve noot af kan sluiten. Dat ik al de angsten los kan laten en opnieuw kan leren blij en gelukkig te zijn en mezelf terug te vinden. Zonder de constante vrees dat mijn lichaam nog iets verkeerd zal doen.

Het enige wat ik echt zal missen zijn haar bewegingen. De regelmatige bokspartijtjes en verbouwingen die ze in mijn buik al eens durft te houden op een heel actieve dag. Hoe ze op mijn aanrakingen reageert als ik zachtjes over mijn buik wrijf. Of hoe ze spontaan begint te schoppen als ze bepaalde liedjes hoort.

Het reikhalzend uitkijken naar haar. Hoe ze eruit zal zien als ze uit mijn buik zal komen, hoe lief en mooi ze zal zijn, op wie ze zal lijken, hoe haar eerste schreeuwtjes zullen klinken, hoe mooi ze zal zijn in de kleertjes die ik zorgvuldig voor haar heb uitgekozen. In totaal zullen we bijna vier jaar lang naar haar hebben uitgekeken. Vier jaren die veel te lang duurden, maar het tegelijk zo waard zijn geweest.  Ze is de kers op onze taart, nu al. De grootste liefde van ons leven.

En nu willen we haar gewoon in onze armen vast houden, haar koesteren en lief hebben. Haar overladen met duizenden kusjes en knuffeltjes. Haar voorstellen aan onze lieve poezen die alsmaar meer voelen dat er iets belangrijk op til is. Haar aan de ganse wereld tonen en van de daken schreeuwen wat voor een wonder ze werkelijk is.

Nog drie weken moeten we het volhouden. Wij hopen stiekem op wat minder lang en sluiten de gedachte dat het nog langer dan drie weken kan duren voorlopig uit ons hoofd, want daar willen we nog niet aan denken. Drie weken, dat is nog meer dan lang genoeg van ons als elke dag als een week aan voelt.

Ons kleine meisje mag dus snel komen vanaf nu, ze is zo welkom en al zo graag gezien door zoveel mensen. We zijn zo benieuwd om haar eindelijk te mogen ontmoeten!

 

Hoe het zien van enkele oude foto’s heel wat emoties naar boven brachten.

Ik opende de map met foto’s.

Het waren oude foto’s van op mijn oude gsm die ik op de computer had opgeslagen. De laatste tijd heb ik beginnende nesteldrang en dus ook een heleboel projecten die ik graag nog af wil werken voor onze baby op deze wereld komt. Daar hoorde ook het opkuisen van mijn foto’s bij.

Ik scrolde doorheen de vele foto’s en kwam alsmaar meer emotioneel. Het voelde als “a walk down memory lane” en heel veel vergeten en niet vergeten herinneringen kwamen langzaam mijn hoofd binnen sijpelen. Sommige mooi en liefdevol, andere verdrietig en pijnlijk.

Mijn adem stokte heel even bij een foto. Het beeld van mijn toen zo zieke grootmoeder kwam in mijn gezichtsveld. Ze keek op naar de fotograaf terwijl ze trots de pasgeboren baby van mijn neef vasthield in haar enige, nog werkende arm. Kort ervoor had een zware trombose haar lichaam en spraak compleet verwoest. Ze was nog slechts een schim van zichzelf geweest toen ze besefte dat ze nooit meer zou kunnen spreken, nooit meer zou kunnen vertellen hoe ze zich voelde en wat ze ons nog wilde zeggen. Ik zal nooit vergeten hoe de geboorte van dat kleine meisje haar voor de eerste keer weer deed opfleuren, hoe de trots van haar gezicht straalde en hoe fier ze dat kleine meisje vast had gehouden. Ze kon het ons niet zeggen, maar iedereen zag het. Het was een van de weinige, echt goede momenten die ze nog zou hebben. Korte tijd later volgden enkele kleine, nieuwe tromboses en werd ook haar geest voorgoed gehavend. Waarna ze ons na een pijnlijke strijd die ze nooit had kunnen winnen voor altijd verliet. Eind oktober zal het zes jaar geleden zijn. Exact de maand waarin ons kleine wondertje ter wereld zal komen. Ik besefte op slag terug dat ik haar niet bij me zou hebben op het mooiste moment uit mijn eigen leven, iets wat ik altijd zo hard had gehoopt en zo hard van had gedroomd. De tranen sijpelden mijn ooghoeken binnen. Aan een koud en kil graf zal ik mijn grootouders onze dochter moeten voorstellen en dat doet me nog altijd veel pijn. Dit hadden ze allebei nog moeten meemaken, maar ze zullen er niet zijn. Enkel in onze harten en gedachten. De foto terug zien brengt het pijnlijke besef mijn leven binnen. Daarom zal onze dochter haar naam als tweede naam dragen. Dat besloot ik zes jaar geleden al. Dat verdiende ze. Ik wil mijn dochter alles meegeven waar zij zelf voor stond. Haar warmte, haar liefde, haar empathie, haar kracht. En dus ook haar voornaam, want die moet voorgoed blijven voortleven.

Ik scrolde nog wat verder en zag talloze foto’s van hem en mij passeren uit de begindagen van onze relatie. Gelukkig. Genietend van het leven. Blij en niet verbitterd. Hoe verder ik raak, hoe meer de sfeer begint te veranderen. Foto’s van spuiten en medicijnen, van ons in het ziekenhuis, van positieve testen die nooit meer mochten worden dan dat. De sprankel verdween geleidelijk uit onze ogen en dat kon je zien. Het verdriet en gemis in ons leven begon ons te tekenen.

Ik besef terug hoe zwaar de impact van het traject op ons leven is geweest. Hoeveel verdriet we hebben gekend en hoe hard het gevecht is geweest. Hoe het dat nog steeds is, ook al zijn we nu al zo ver in deze zwangerschap. De zorgen en ongerustheid zijn nooit ver weg. Als de baby wat minder beweegt dan anders, slaan al onze antennes al in alarm. De voortdurende angst om deze baby alsnog te moeten verliezen beheerst ons leven. Hoe het ons nog steeds een beklemmend gevoel geeft als we iets kopen voor ons kleintje. De zorgen en constante angst blijven als een donkere sluier om ons leven heen hangen. Ook al proberen we met alles wat we hebben in de kracht van dit kleine, sterke meisje te geloven.

Sommige mensen zeggen dat je het allemaal snel vergeet zodra je zwanger bent, maar wij kunnen het nog niet vergeten. Dat zal ons pas een beetje lukken als dat kleine meisje daadwerkelijk levend en wel in onze armen zal liggen. Emotioneel zal het nog een lange weg zijn om onszelf en elkaar terug te vinden.

Ik heb nog steeds relatief weinig zwangerschapskwalen, maar de fibromyalgie laat ook steeds meer van zich voelen met pijnlijke handen, tenen, nek en rug als gevolg. De laatste jaren lieten hun sporen na op elk vlak, zowel fysiek als emotioneel. Vier jaar zonder de juiste pijnmedicatie en gepaard met veel stress, dat laat zich nu fysiek voelen.

Dat zorgt er voor dat ik voor enkele moeilijke beslissingen sta. Met een strijd tussen hart en hoofd. En veel tranen als gevolg. Vroeger wou ik altijd borstvoeding geven, daar bestond geen twijfel over. Dat is nu een moeilijker verhaal geworden. Mijn lichaam is op net als mijn geest. Jarenlang stond alles in het teken van onze kinderwens en moest er zoveel wijken. Ik voel me constant moe en futloos. Mijn hoofd beseft heel goed dat borstvoeding me fysiek geen deugd zal doen, gezien ik dan nog steeds mijn goed werkende medicijnen niet kan nemen. Mijn hart heeft het moeilijker met de beslissing. De laatste tijd verschijnen dan ook nog eens enorm veel artikelen rond waarom borstvoeding zo goed is in de media van de zogenaamde “borstvoedingsmaffia”. Dat zorgt ervoor dat ik me vaak nog schuldiger voel en een slechte mama, omdat ik haar misschien al die goede antistoffen niet zal kunnen geven. Maar tegelijk weet ik dat ik dat niet mag doen.

Ons kind zal pas gelukkig zijn als haar mama gelukkig is. Jarenlang heb ik zo hard voor haar gevochten en ik vecht nog steeds. Zoveel heb ik al voor haar opgegeven de voorbije jaren om haar te mogen en kunnen krijgen. Mijn lichaam zo vaak pijn gedaan. Mijn geest de ergste verliezen laten doormaken, keer op keer opnieuw. Ik heb op die manier al met elke vezel van mijn lijf bewezen dat ze het allermooiste en meest dankbare is wat me ooit is overkomen. Ze verdient een mama die zichzelf terug kan vinden en voluit voor haar kan zorgen. En fysiek en emotioneel zich weer sterk voelt. De tijd krijgt en heeft om de gebeurtenissen van de afgelopen jaren te verwerken.

Ouders die terug even gelukkig kunnen worden als op die foto’s van onze beginjaren. Het traject een plaats kunnen geven en opnieuw vooruit kunnen denken. Samen met haar als het centrum van ons bestaan.

Als dat met flesvoeding is en niet met borstvoeding, dan is dat maar zo.  Zolang we allemaal maar opnieuw gelukkig kunnen worden en zijn.

 

 

Hoe moeilijk het een jaar geleden was. En hoe hard we een jaar later het leven dat eindelijk in me groeit koesteren.

Een jaar geleden was alles anders. Een jaar geleden zat ik volop in de nasleep van opnieuw een verlies. Ons derde miskraam. We wisten toen al enkele dagen dat het allemaal opnieuw niet goed zat. Maar de bloedingen zelf die waren exact een jaar geleden pas begonnen. Het was een intens en rauw verdriet geweest dat onze harten voor de zoveelste keer had verscheurd en gebroken in duizenden stukjes. Stukjes die nooit nog opnieuw gelijmd zouden kunnen worden.

Een jaar geleden was ik alle hoop op een goede afloop volledig verloren. De put nadien leek dieper dan ooit te voren en nooit had ik durven dromen dat het tij nog zou keren voor ons.

Maar terwijl ik dit schrijf en de tranen door de herinnering in mijn ooghoeken prikken, voel ik hoe het lieve, kleine meisje in mijn buik zachtjes om zich heen schopt. Ik stel me voor hoe ze met haar beentjes en voetjes stampende bewegingen maakt en hoe haar kleine handjes om zich heen bewegen. Hoe ze misschien zelfs aan het zuigen is op haar kleine, miniscule duimpje. Hoe ze reageert op mijn stem of de muziek die ze hoort. Mijn handen glijden even zacht over de buik waarin ze intussen al bijna 27 weken groeit.

Mijn buik. Een buik waarvan ik nooit had gedacht dat het dit zou kunnen. Dat er een mensje in kon groeien. Het blijft een vreemde gedachte en nog steeds geloven we het niet altijd even goed dat het deze keer echt waar is. Een buik die tot zoveel meer in staat bleek te zijn dan we ooit hadden durven hopen. Het is en blijft wonderbaarlijk. Het valt niet beter te verwoorden of te omschrijven. Een wonder. In al haar facetten.

Haar drie broertjes of zusjes zullen we nooit of te nimmer vergeten. Ze zullen voor altijd een heel belangrijk deel van ons leven blijven en we zullen hen altijd in onze harten blijven koesteren. Blijven mijmeren of het jongens of meisjes of een mooie mix waren en ons altijd blijven afvragen hoe onze toekomst met hen er zou hebben uitgezien. De kindjes die niet mochten zijn. Die veel te mooi en lief waren voor deze wereld, maar van hierboven zorgden voor een even prachtig zusje dat onze harten volledig heeft weten te veroveren. Zonder hen zou zij er nooit zijn geweest.

Dat zullen we haar later ook vertellen. Onze andere kindjes zullen altijd op hun manier deel zijn en blijven van ons gezinnetje. Ze zullen nooit vergeten worden en elk jaar zal ik stil staan bij de dag dat ik hen heb moeten afgeven. Bij elke vlinder dat ik zal zien tijdens mijn leven, zullen mijn gedachten naar hen uitgaan. Bij elke vraag die ik later zal krijgen over hoeveel kinderen we hebben, zal ik hetzelfde antwoord geven. Drie kleine vlindertjes in mijn hart en één prachtig, lief meisje in mijn armen. Een meisje dat ik na onze verliezen nog zoveel harder koester en met nog zoveel meer liefde zal omarmen als ze in oktober veilig ter wereld zal komen.

Zoals het hoort. De grootste liefde uit ons leven. Het allergrootste wonder. Een wonder dat ik iedereen die nog steeds zo’n hard gevecht moet leveren zo hard blijf toe wensen. Met het diepste van mijn hart. Want er bestaat niets mooier dan leven in je buik voelen. Een leven dat zo kostbaar is, zo mooi, zo perfect.

Ze is onze ganse wereld. Nu al.

 

 

 

 

Over hoe mooi onze gender reveal is verlopen en wat het kindje in mijn buik zal worden!

Ongeveer drie maanden geleden openden we met veel spanning het bericht op het online platform van het ziekenhuis.

Het bericht dat ons zou vertellen of ons kindje een genetische afwijking had. Maar ook dat ons zou vertellen of het kindje in mijn buik een jongen of een meisje was.

De grootste spanning voelden we toen we het eerste deel openden. Het deel dat ons zou vertellen of ons kindje gezond was. Een enorme zucht van opluchting ontglipte onze mond toen alles in orde bleek.

Vervolgens openden we snel het tweede deel. Dit was een andere soort van spanning. Dit was bijkomstig voor ons. Wat het ook zou worden, we zouden er sowieso dolgelukkig mee zijn. Of het een jongen of een meisje zou worden, deed er voor ons allemaal niet meer zo hard toe na alle ellende en verdriet. We wilden gewoon dat het kindje gezond en wel was en negen maanden lang zou blijven zitten in mijn buik. Tegelijk waren we toch heel benieuwd. Omdat we wisten, dat we direct een heel gericht toekomstbeeld zouden hebben voor het kindje in mijn buik. Zou het een handige jongen worden net als papa met guitige oogjes en bruine, dikke haarlokken. Of zou het een vrolijk, lief meisje met groene ogen en bruine krullen worden dat net als mama onhandig is.

Ik opende de mail, zag het zinnetje staan en begon spontaan te huilen van puur geluk. Mijn vriend zat naast me en keek even gespannen mee. Hij zag het bericht en begon breeduit te lachen. Een traan pinkte in zijn ooghoeken. We kusten en knuffelden elkaar. Het was een onverwacht intens moment. We vormden een beeld voor ons. Op slag werd de zwangerschap een heel stuk echter. We begonnen plannen te maken voor de baby in mijn buik, kleuren te kiezen voor de kamer en de spulletjes die we zouden kopen voor de baby. En we planden een gender reveal voor onze ouders en vrienden.

Enkele van de beste vrienden werden direct ingelicht, we moesten ons intense geluk nu éénmaal gewoon aan iemand al kwijt om te vermijden dat we het aan de ganse wereld zouden verklappen.

Vroeger wilde ik geen gender reveal. Ik vond dat allemaal onnodig. Maar toen raakten we verzeild in een lang en zwaar vruchtbaarheidstraject met herhaalde miskramen. En wist plots iedereen dat we aan het proberen waren om zwanger te raken. Die verrassing was ons dus al volledig ontnomen. We konden geen leuke of onverwachte aankondigingen meer doen voor onze familie en vrienden. En dus begonnen we te zoeken naar andere manieren om toch nog iets van verrassingselement te hebben en dat was het geslacht. Ik had al zoveel leuke ideetjes gezien op Pinterest en wist dus snel dat dat hetgene was wat ik wilde voor het wonder in mijn buik. Maar het mocht niet gewoon betekenisloos zijn.

Na lang zoeken vond ik wat ik wilde. Een taart gemaakt zoals ik wilde dat ze gemaakt werd. Een taart met een betekenis. En dus liet ik een prachtige taart maken voor mijn familie.

De taart had een regenboog en een heleboel blauwe en roze vlinders. Een kindje dat geboren zal worden na 1 of meerdere miskramen of een stilgeboorte, noemen we een regenboogkindje. De regenboog die ontstaat na een storm. Dus dit was voor ons belangrijk dat dit er bij was. Maar wat we nog veel belangrijker vonden, waren de vlinders. Onze drie verloren kindjes noem ik mijn vlinderkindjes. Kindjes die veel te mooi waren voor deze wereld en dus veel te snel als een vlindertje terug weg waren gevlogen. Ik wilde hen dus op symbolische wijze mee verwerken in de taart. En dat lukte op deze manier. Toen ik de taart zag op de grote dag, begon ik enorm te huilen. De vrouw die de taart had gemaakt, begon mee te huilen. Ze raakte zelf geëmotioneerd door mijn emoties en blijdschap te zien. De taart was perfect zoals ik ze me voor had gesteld. Ik kon niet gelukkiger zijn op dat moment.

En toen brak het grote moment aan. De taart werd getoond en iedereen vond hem zo mooi. Vol spanning keek onze familie toe terwijl we de taart aan sneden. Zou het blauw of roze zijn langs binnen?

Het mes ging door de taart heen. En al snel hadden enkele aandachtige ogen het kleur al gespot. En toen kwam het roze kleur heel duidelijk piepen op het mes. Iedereen begon te juichen van blijdschap. En ik begon nog maar eens te huilen. Van puur geluk.

Het kleine wondertje in mijn buik zal in oktober een klein, lief meisje zijn. Een meisje dat ik me voorstel met groene, guitige oogjes en bruine krullen. Een meisje dat misschien net zo onhandig zal zijn als haar mama of misschien net even handig als haar papa. Een meisje dat hopelijk ook mijn zorgzaamheid mee zal hebben of mijn gevoeligheid. Maar dat misschien tegelijk net zo vastberaden als haar papa zal zijn. Een meisje dat ik de mooiste jurkjes aan zal kunnen doen en waar ik zoveel mooie, lieve dingetjes voor kan kopen en zoeken. Hoe dat meisje ooit een eerste liefje mee naar huis zal nemen en hoe papa op dat moment een grote keuring zal doen. We hebben zoveel mooie dromen voor haar. Zoveel mooie toekomstbeelden en we kunnen niet wachten om ons leven met haar te starten.

Onze dochter. Nu al het allermooiste wonder uit ons leven!

 

Hoe de uitgebreide 20 weken – echo voor ons verliep en hoe belangrijk die tegelijk voor ons was.

“De baby in je buik is over de ganse lijn goedgekeurd. Alles ziet er meer dan prima uit en er zijn geen zichtbare afwijkingen. En ook de kans op een vroeggeboorte is heel klein.”

De arts had het met een glimlach gezegd. En terwijl hij het met de glimlach zei, ging er door onze lichamen een golf van opluchting heen.

Even ervoor waren we nog met een heel bang en klein hartje het bureautje van de arts binnengestapt. Het was een arts dat we nog niet kenden, dus dat was al nieuw. Maar los daarvan was ik vooral ook heel zenuwachtig. De ganse week ervoor had ik zenuwen gehad voor de uitgebreide 20 weken echo. De echo die in ons ziekenhuis standaard bij een specialist in prenatale diagnostiek moet gebeuren. De echo die zou bepalen of ons kindje gezond was of niet. Of het zichtbare afwijkingen of misvormingen had. Of er problemen waren met het hartje. Of er problemen waren met de placenta. Of de baarmoederhals nog mooi lang was.

Die dag zouden we het allemaal weten. Doordat ik zelf al jaren werk met kinderen met zware meervoudige beperkingen, wist ik ook hoeveel nare syndromen en ziektes er op deze wereld bestaan. Het gevolg was dus geweest dat ik de ganse week de ergste dingen door mijn hoofd had zien passeren.

Ik was dus zenuwachtig binnengestapt. Maar het grote wonder in mijn buik bewees voor de zoveelste keer hoe sterk het was. Hoe het er alles aan doet om bij ons te mogen komen in oktober. En dus stroomde de opluchting ons hoofd en hart binnen.

Met een prachtige 3D foto van het gezichtje van ons kleine wondertje stapten we weer buiten. We keken naar elkaar en voelden het allebei. Eindelijk konden we terug een beetje meer ademen. Eindelijk zouden we durven een klein beetje meer te genieten. Eindelijk begon het vertrouwen te groeien. Eindelijk durven we een beetje meer vooruit te denken. Durven we dromen dat deze baby er deze keer ook echt zal komen. En dat was na de lange, moeilijke weken ook meer dan nodig.

Een week later zijn we nu en intussen ben ik al 23 weken zwanger. Nog een week en dan halen we eindelijk ook de levensvatbare grens. Opnieuw zo’n belangrijke mijlpaal voor ons. Gewoon omdat we dan weten dat ons kind buiten mijn buik kan overleven. Dat als er iets gebeurt, het dan op zijn minst een eerlijke kans zal krijgen om te overleven. Daar kijken we nu enorm naar uit. We tellen de dagen af. Want we weten dat het voor ons een enorme stap vooruit zal zijn en we verlangen nu heel hard naar wat emotionele rust.

Voor de eerste keer durfde ik na die echo ook naar een grote uitverkoop van een babywinkel te gaan. Met een bang hart was ik er binnengestapt. Maar diep van binnen wist ik dat ik dit moest doen. Dat ik boos zou zijn op mezelf als ik het niet ging doen. Binnen was het een wirwar van mensen geweest. Zwangere vrouwen en vrouwen met baby’s. Een enorme massa volk was op de aangekondigde bodemprijzen afgekomen. Ik ademde even diep in en vloog vervolgens net als hen af op de prachtige dingetjes die er te koop stonden. En voor ik het wist lag mijn karretje vol spulletjes. Voor ik het wist stond ik urenlang aan te schuiven voor de kassa, omdat ik wist dat ik dit nu moest doen. Dat ik voor mezelf die drempel van het niks durven kopen over moest. Dat het wonder in mijn buik het verdiende om mooie spulletjes te krijgen. En dus stond ik uren later buiten met een zak vol kleertjes en kleine spulletjes.

Het voelde als een gigantische overwinning in mijn hoofd. En toen ik thuiskwam en trots alle spulletjes aan mijn vriend toonde, voelde ik me zo fier dat ik het eindelijk had aangedurfd. Het klinkt als iets dat zo simpel is voor velen, maar voor ons betekende het zoveel om dit eindelijk te durven. Met muizenstapjes gaan we vooruit in dit moeilijke proces van het terug krijgen van ons vertrouwen.

Maar toch zal ons hart bang blijven tot onze baby veilig in de armen ligt. Dan pas gaan we pas echt voluit opnieuw durven ademen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Over hoe iedereen me ziet stralen en ik dat zelf nog niet zo goed zie.

“Je straalt zo hard en wat een mooi buikje heb je al!”

Een zinnetje dat ik de laatste weken al vaak te horen kreeg. Een zinnetje waar ik ook niet altijd even goed weg mee kan emotioneel. Hoewel het mij enorm flatteert te horen dat ik er beter uit zie voor de buitenwereld dan ik zelf denk, weet ik tegelijk ook niet altijd hoe ik er mij echt bij voel en hoe ik er op moet reageren.

Want terwijl iedereen mij lijkt te zien stralen, zie ik dat vooral nog niet bij mezelf. In de spiegel zie ik nog steeds een getrokken en opgeblazen gezicht van het constante piekeren en zorgen maken tijdens deze zwangerschap. Kleine wallen onder de ogen van niet altijd even goed te slapen. Het voelt daardoor soms alsof de wereld om me heen sneller evolueert in deze zwangerschap dan ik zelf kan. Alsof ik nog ergens ver weg achterop mee aan het hinken ben samen met de rest. Druk klauterend naar boven om ook op die stralende, roze wolk te kunnen raken.

Terwijl iedereen mijn buik ziet groeien, zit ik me constant af te vragen of die buik wel groeit zoals het moet. Of die al groot genoeg is voor mijn termijn. Als ik mijzelf in de spiegel bestudeer, zie ik nog vooral een buik vol blubber dat gewoon wat boller staat dan normaal.

Het doet vreemd dat ik tegelijkertijd met die groeiende buik plots voor veel mensen ook een soort van nieuwe identiteit heb gekregen. Plots ben ik de mama in wording. De zwangere vrouw. De mama in spe die straalt en gelukkig is. Het is een nieuwe identiteit waaraan ik nog steeds heel hard moet wennen. Een identiteit waarvan ik nog elke dag bang ben dat het me plots weer afgenomen zal worden. Dat ik plots weer in dat bodemloze gat van verdriet zal vallen en mezelf daarna niet meer terug zal kunnen vinden.

Het doet vreemd dat mensen die ik van haar noch pluim ken me plots aanspreken over deze zwangerschap. Hoe ze me na afloop van een optreden in een druk sportpaleis plots vanuit het volk halen, omdat ik als zwangere vrouw recht heb om de lift te nemen in plaats van de overdrukke trappen. Hoe anderen eventjes kijken richting mijn buik. Hoe iedereen die me ziet direct vraagt naar de zwangerschap. Plots ben je niet meer gewoon een normale vrouw en daar worstel ik soms mee op moeilijke dagen. Op dagen waarop ik heel bang ben dit kindje nog te verliezen of mijn drie vorige vlindertjes mis of terug katapulteer in de tijd en de verdrietige momenten van de afgelopen jaren herbeleef.

De laatste weken beseffen we ook steeds meer hoe het ganse traject en alle verliezen onderweg ons hebben uitgeput op emotioneel en fysiek vlak. Hoe hard het verdriet van de afgelopen jaren eigenlijk echt op ons hebben ingehakt. Nu de allerergste angsten een klein beetje achter ons beginnen te liggen, is er ook steeds meer ruimte voor de verwerking nu. Om alles wat ons overkomen is een plekje te geven. Om het vertrouwen in dit kindje op ons tempo te laten groeien.

Terwijl andere mensen ons al vragen of er een tweede kindje komt, kan ik alleen maar denken aan hoe blij en dankbaar ik al zal zijn als dit ene kindje gewoon gezond ter wereld mag komen. Hoe ik zelfs nog niet eens wil denken aan een nieuw traject met nieuwe pijn en nieuwe kansen op intens verdriet. Hoe die gedachte me in werkelijkheid binnenin doet bibberen.

Het voelt alsof de ganse wereld om ons heen zoveel sneller gaat en wij te traag evolueren. Maar verwerking kost tijd en energie. Ik weet dat het normaal is, maar het is soms moeilijk. Want je wil eigenlijk zelf ook gewoon zien hoe je straalt en blij bent en hoe je buik groeit. Maar ik weet dat ik het niet kan en niet mag forceren. Dat het tijd nodig heeft. En het doet al veel dat andere mensen het zien en benoemen voor ons wat wij zelf nog steeds niet zien.

Gisteren waren we ook twintig weken zwanger. Eindelijk halfweg. Vanaf nu kunnen we af beginnen te tellen en komen we steeds dichter bij de hele belangrijke grens van de levensvatbaarheid . We leven nog steeds van mijlpaal naar mijlpaal, maar oktober komt tegelijk ook steeds dichter bij. We verlangen er enorm naar om ons grote wonder eindelijk in onze armen te kunnen houden en voor altijd lief te hebben. Om dit ganse hoofdstuk eindelijk definitief af te kunnen sluiten en al het verdriet en gemis een plek te kunnen geven. Om te starten met ons leven met drie. Onszelf en elkaar terug te vinden. Dat is het enige wat we nu nog willen. Opnieuw volop gelukkig en blij zijn.

Om opnieuw echt volop te kunnen stralen.